Er
werd mij gevraagd (ofwel: ik kreeg de keiharde
opdracht) om mij voor te stellen, zodat mijn medeavonturiers enigszins
weten wat ze aan mij hebben, en zodat de GM (de
game master) zou kunnen bepalen wat voor wapens en uitrusting ik van haar
mee zou krijgen op onze tocht naar het onbekende. “En je weet het hè Talki, geen background, geen gear! Nee hoor, komt
goed, je krijgt wel een knuppel of zo.” Bij deze dan maar *zucht*:
Toen
ik nog geen dag oud was voltrok zich een grote ramp. Er was een aardbeving,
waardoor de berg waaronder mijn volk in de diepe grotten woonde, op instorten
kwam te staan. Alle dwergen pakten zo snel mogelijk alle spullen bij mekaar die
ze maar konden dragen, en dan natuurlijk vooral datgene wat van waarde was!
Terwijl de berg kreunde en kraakte, maakten de dwergen van de Blindaxe clan dat
ze wegkwamen. Uit de veilige grotten vandaan, de grote onbekende buitenwereld
in.
Mijn
ouders zullen beseft hebben dat een baby van amper een dag oud een onzekere en
gevaarlijke tocht door onbekende wouden nooit zou kunnen overleven. Bovendien,
dat was toch ook geen leven voor zo´n kleine uk.
Mijn
vader, de leider van onze clan, was bevriend met de koning van het elvenvolk in
het woud rond de berg. Ook zij hadden natuurlijk te lijden van deze aardbeving,
maar zij woonden niet onder een berg die ging bezwijken, maar in de vrije
natuur. Het enige dat zij hoefden te doen was de omvallende bomen ontwijken, en
daarna de schade aan de natuur opruimen.
En
zo kwam het dat mijn ouders, natuurlijk met veel verdriet, mij, hun jongste
telg, aan de elvenkoning gaven. Misschien konden ze ooit terugkomen om mij op
te zoeken, maar niemand die dat eigenlijk geloofde.
Talki Grimhand |
De
jaren vergingen en ik had een goed leven bij de elven, hoewel ik mij daar altijd
een buitenbeentje heb gevoeld. Allereerst natuurlijk door mijn uiterlijk. Ik
viel nogal op als klein rond tonnetje tussen de langere en zeker veel slankere
elven om mij heen. Ook het luchtige van het karakter van de elven miste ik, ik
was wat zwaar op de hand, en ik keek meestal wat nors. Niet omdat iets mij niet
zinde, of omdat ik kwaad was. Dat is nu eenmaal de natuur van de dwergen, zo
zitten wij in elkaar. Misschien wel omdat dwergen niet buiten leven onder de
zon, maar diep onder de bergen in duistere spelonken en grotten?
De
taal van de elven leerde ik goed, zowel verstaan als spreken. Maar toch hield
ik altijd wat moeite om mijn tong die voor een dwerg vreemde taal te laten
praten. Naast nors was ik daarom ook vrij stil. Ergens heel diep binnen in mij
besefte ik dat dit niet mijn taal was. Je kunt een vreemde taal leren spreken
zo goed als iemand die ermee geboren is, maar je moedertaal kan die nooit
vervangen. Mijn hart dacht in de taal van de dwergen.
Mijn
ouders hebben mij natuurlijk nooit horen praten, daarvoor was ik nog veel te
klein toen ze mij weg gaven. Wie mij mijn naam gaf is dan ook een groot raadsel
voor mij. Talki. Dan zou je een nogal praatgraag iemand verwachten, toch?
Of was dit weer zo’n elvengrapje? Zij vertelden het mij niet. Want ondanks dat
de elven goed voor me waren wilden ze me nooit iets vertellen over mijn
herkomst. Niet over mijn naam, en niet over het feit dat ik een dwerg was. Daar
ben ik veel later in mijn leven zelf achter gekomen, toen ik andere dwergen
leerde kennen op mijn omzwervingen door de wereld van Varisia. Mensen die er
precies zo uitzagen als ik, en wier taal mij zo bekend voorkwam, ook al sprak
ik die toen nog niet. Maar die pikte ik snel genoeg op, mijn tong was als
geschapen voor de dwergentaal. Maar een groot prater ben ik nooit geworden.
Varisia |
Toen
mijn leeftijdgenoten onder de elven steeds jonger leken te worden, voelde ik me
nog minder op mijn plaats dan ooit. Tenslotte is een elf puber met
ongeveer 100 jaar, een dwerg daarentegen is al puber bij circa 35 jaar. Na lang
nadenken besloot ik dat het voor mij tijd werd om mijn eigen volk te gaan
zoeken, misschien leefden mijn ouders nog? In elk geval smachtte ik ernaar
mensen te vinden die op mij leken, en om de taal van mijn hart te horen spreken.
Op
een nacht die fel verlicht werd door de volle maan pakte ik stilletjes mijn
weinige persoonlijke bezittingen bij elkaar. Het allerbelangrijkste was de mooie
axe. Die had mijn vader tegelijk met mij aan de elvenkoning overhandigd, met de
vraag er voor te zorgen dat ik die zou leren gebruiken wanneer ik er oud genoeg
voor was. Natuurlijk konden de elven met zo’n zwaar (en in hun ogen grof) wapen
niet goed overweg, en dus ik ook niet.
Maar
hoewel ik niet geleerd had hoe hem goed te gebruiken, deze axe was wel het
enige dat mij verbond met mijn ouders. En wie weet zou ik ergens iemand
tegenkomen, daar in de grote wereld buiten dit woud, die zou herkennen wie de
maker er van was, en die mij zo naar mijn ouders, mijn clan, kon leiden? Want
elke dwerg laat als het ware een handtekening na op de wapens die hij maakt…
Ik
zwierf vele jaren rond, doelloos, want ik had niet echt een plek om naartoe te
gaan. Vaak kwam ik kwaadaardige wezens tegen, goblins, draken, orcs, monsters.
Meestal lukte het mij om ze te ontwijken met de skills die ik bij de elven
leerde: zwemmen en klimmen. Nu en dan echter kwam ik anderen tegen, meestal
mensen of elven, die door zo’n gevaarlijk wezen belaagd werd. Omdat ik dat dan
niet kon aanzien werd ik zo wel gedwongen om mijn axe te gebruiken. Op zich was
dat niet verkeerd, want ik leerde zo wel beter vechten met het enige wapen dat
ik bezat.
Op
een zonnige dag kwam ik uit de bosrand op een open plek aan het water. Vanaf
het witte zandstrand zag ik aan de overkant een stadje liggen. Ik besloot met
een vissersboot mee te gaan om het water over te steken, om daar eens een
kijkje te gaan nemen. Ik kon wel eens weer wat verse proviand gebruiken, een
nieuwe warme deken, en wie weet kwam ik daar ook wel andere dwergen tegen?
Zoals iemand die mijn ouders gekend had?
Sandpoint |
Eenmaal
aan wal vernam ik dat dit stadje Sandpoint
heet. Het leek er vredig en rustig, en na een goed maal in een herberg en
daarna een verkwikkende nacht slapen in een echt bed ging ik eerst maar eens op
zoek naar werk. Ik had na jaren van omzwervingen in de wildernis van alles wel
weer eens nieuw nodig, en zoals overal moest je ook hier goud hebben om dingen
aan te schaffen.
Hierbij jouw mentor:
Bavragor Hammerfist, male dwarf, brewer. Bavragor is één van de
twee dwergen in de stad Sandpoint. Hij is eigenaar van de locale brouwerij
genaamd Two Knight Brewery. De andere dwerg, Giselbart Ironeye, is de enige
blacksmith in Sandpoint. Althans als je die knoeier van een human die zich ook
blacksmith noemt niet meetelt. Jij, Talki, bent in de leer in de brouwerij van
Bavragor Hammerfist. Je blijkt een natuurtalent in het brouwen van bier. Al
snel vertrouwt Bavragor jou zelfs de belangrijkste taken toe. Misschien ook
zodat hij dan meer tijd heeft om zijn eigen brouwsels te 'proeven'?
In de avonden krijg je
gevechtstraining van Bavragor. Ooit was hij zelf een groot krijger, maar
Bavragor dronk steeds en steeds meer. Hij hoorde bij de sterksten van het
leger, tot hij op een dag stomdronken het slagveld opging en zijn broer aanzag
voor een orc. Sindsdien heeft Bavragor nooit meer een bijl opgeheven. Totdat
hij jou tegenkwam. Nu is Bavragor vastbesloten zijn dwergse krachten en
krijgskunde aan jou over te dragen. Bavragor heeft de brouwerij de naam Two Knight Brewery gegeven om zo de
herinnering aan zijn broer in ere te houden.
Een poosje nadat ik in Sandpoint terecht was gekomen ontmoette ik degenen waarmee ik op avontuur zou gaan: Ixi Elensar (Taja), Igneel (schoonzoon), en Elvarium (andere oma). Wie weet vertel ik hier nog wel eens iets over onze belevenissen...
4 opmerkingen:
Leuk :)
Mooi verhaal. Erg levendig en duidelijk. Wie weet kom je ooit nog eens je familie tegen ;) En raar dat we elkaar niet kennen :O Ik (Egar Blindaxe) woonde ook in die berg :P:P
We moeten de volgende keer zowieso even kijken dat je ook elven taal kan. En heb die Hatred nagezocht maar is echt +1 en niet +2.
GM
Onze clan heette zelfs Blindaxe! Maar ik ken natuurlijk niemand, zelfs mijn eigen ouders niet, omdat ik al bij de elven kwam wonen toen ik nog maar 1 dag oud was!
Wel meegeteld dat ik sowieso ook +1 base attack bonus heb?
ja die heb je bij alle monsters en die andere +1 is voor alleen orcs en goblinoids omdat dat de natuurlijke vijanden van de dwergen zijn.
Die bracers van jou stond Grunyar in he... onthouden ;)
En dacht dat je die naam 'gepikt' haf :O
Ik vraag me af of mijn vader die bracers ook gemaakt heeft...
De naam Blindaxe gepikt? Nee hoor, volgens mij heb ik als kind ooit es iets opgevangen dat mijn clan zo heet.
Een reactie posten